Groeien bij IBN
IBN is een werkgever voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. In 2011 is IBN begonnen met het aanbieden van lessen taal en rekenen. Meer dan 300 werknemers hebben inmiddels met succes deelgenomen aan deze lessen. Machteld van Boheemen, adviseur bij IBN, en Harm van Zutphen, docent en projectleider, vertellen over de opzet van dit project en waarom het zo’n succes is.
Geen diploma, wel een certificaat
In 2010 was de start van dit project. Machteld vertelt: “We hadden een directeur die het onderwerp laaggeletterdheid vanuit zijn achtergrond heel belangrijk vond. Ik kreeg de opdracht hier vorm aan te geven en dat heb ik samen met Marian Janssen gedaan. We hebben bij aanvang bewust de keuze gemaakt niet voor een diploma op te leiden. Dit leverde alleen maar extra last op bij de deelnemers. Sommige deelnemers stromen na de taallessen wel door naar een vakopleiding. De cursus sluiten we af met een certificaat. We organiseren dan een uitreiking, met familie, de deelnemer netjes gekleed en een toespraak. Een moeder vertelde me eens trots dat dit de eerste ‘diploma’-uitreiking was van haar zoon. Die zoon hield een toespraak terwijl hij eerst eigenlijk heel verlegen was. Dat had hij toch maar mooi overwonnen!”
Lesvormen
Voordat iemand lessen gaat volgen wordt er een intake gedaan door een taaldocent. Harm: “We kijken dan naar de leervraag en hoe die het beste bereikt kan worden. Dat kan zijn in groepsverband of in een leeskamer. Het laatste doen we als de leervraag heel individueel is, bijvoorbeeld als iemand begint met alfabetiseren of juist als hij al een hoog taalniveau heeft en alleen zijn spelling wil verbeteren. Daar werken we met kleine groepen.
Het persoonlijke doel moet je soms bijstellen. Zolang we groei zien bij een medewerker, gaan we door. Motivatie is daarbij belangrijk. Het doel moet je ook weleens naar beneden bijstellen, maar als dat zo is zien deelnemers dat zelf ook.”
Groepsverband
Harm legt uit dat de eigen leervraag van de deelnemer centraal staat. “Ik bereid de lessen altijd voor, maar vaak komen mensen zelf met een vraag, bijvoorbeeld als ze een brief hebben gekregen of met het OV moeten reizen, dan stippelen we samen die reis uit. Ook is de inhoud vaak gerelateerd aan het werk. We proberen zoveel mogelijk materiaal te gebruiken dat in het bedrijf aanwezig is. De basis zijn enkele methodes die we gebruiken, zoals Nieuwsbegrip. Deze methode zorgt ervoor dat de inhoud van de lessen altijd actueel is. Mensen kunnen daardoor meepraten bij het koffieapparaat, dat geeft hun een gevoel van volwaardigheid en dat is uiteindelijk wat we willen bereiken.”
De lessen mogen onder werktijd worden gevolgd als iemand meer dan 20 uur werkt. Heeft iemand een contract voor minder dan 20 uur, dan volgt hij de lessen in zijn eigen tijd. Er is lesaanbod op elke vestiging om de lessen voor iedereen bereikbaar te maken en de reistijd zoveel mogelijk te beperken.
Leervragen
De leervragen waar werknemers mee binnen komen zijn divers. Harm: “Het zijn wel vragen waar ze elke dag tegenaan lopen, uiteraard de post, bellen en spreken of de ondertiteling bij de tv kunnen lezen. Om mee te kunnen doen in de maatschappij willen mensen ook sociale media zoals Facebook kunnen gebruiken en WhatsApp. Maar ook rekenen kom je in het dagelijks leven vaak tegen. Ik heb een cursist gehad die bang was dat ze bij de kassa werd opgelicht, omdat ze niet wist of het geld dat ze terug kreeg wel klopte. Je snapt dat dat een hoop stress kan opleveren. Een andere werknemer was door ons als conciërge op een school gedetacheerd. Hij moest vaak de telefoon opnemen en boodschappen van ouders doorgeven. Maar die belnotitie maken lukte niet. Na een telefoontje van een ouder belde hij zijn vrouw, vertelde wat er aan de hand was en zijn vrouw spelde wat die man op de belnotitie moest schrijven. De taallessen besparen hem en zijn vrouw veel tijd en onrust.
Ook wordt van mensen verwacht dat ze steeds meer digitaal gaan doen, de OV-chipkaart bijvoorbeeld en belastingzaken, maar dat is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Daarom brengen we ook de basisvaardigheden voor computergebruik bij. Daar hebben we als bedrijf ook iets aan, want we willen werknemers ook digitaal kunnen bereiken.”
Rol werkleider
Machteld benadrukt de rol van de werkleider: “Het verslag van de intake wordt besproken met de werkleider en de werknemer. De werkleider weet dan waar de werknemer mee bezig is. Het komt weleens voor dat een enthousiaste werkleider op een speelse manier aansluit bij de leervraag van de werknemer, bijvoorbeeld door een som te geven tijdens het werken. Sommige werkleiders zijn heel enthousiast, maar natuurlijk zijn er ook werkleiders die last hebben van de afwezigheid van de werknemer op de werkvloer. IBN is een bedrijf dat op productie is gericht maar ook aandacht heeft voor de mens. Daarom is overleg belangrijk: we laten zien wat voor successen een deelnemer heeft behaald maar als het op een afdeling heel druk is, kan er in overleg ook een les worden overgeslagen. De goede samenwerking tussen docent, werknemer en werkleider is een belangrijke bijdrage aan het succes van dit project.”
Werkoverleggen en ambassadeurs
Er zijn veel aanmeldingen voor de lessen. Harm: “Dat komt omdat we er veel aandacht aan geven, het hele bedrijf wordt erbij betrokken. In alle werkoverleggen wordt uitleg gegeven over laaggeletterdheid, met die kennis begint de bewustwording dat je er iets aan kunt doen. We geven informatie over de lessen die we aanbieden. Het zijn dan ook vaak werkleiders die werknemers een zetje in de rug geven om zich aan te melden. Ook geven we informatie op de introductiedagen voor nieuwe werknemers. De boodschap die we geven is: ‘vervelend dat je niet goed kunt lezen, schrijven of rekenen, maar dat hoeft niet zo te blijven’. Mensen die de taallessen al hebben gevolgd worden ambassadeurs. Deze ambassadeurs vertellen op de werkvloer over hun ervaringen waardoor anderen weer enthousiast worden.”
Ook de werkgever profiteert
Behalve voor het eigen personeel zijn er meer voordelen van personeel dat goed kan lezen en schrijven. Machteld: “Deelnemers leren niet alleen lezen, schrijven en rekenen, ze oefenen ook op andere vaardigheden. Ze krijgen meer vertrouwen en durven bij werkoverleggen mee te praten. Dat is ook het doel van een werkoverleg, dat mensen meepraten of met goede ideeën komen. Binnen dezelfde functie kunnen mensen soms meer taken op zich nemen of ze groeien door naar aan andere functie waardoor ze een hogere loonwaarde hebben, dit scheelt de gemeente subsidie. Uit onderzoek van Stichting Lezen & Schrijven blijkt dat goed kunnen lezen en schrijven ervoor zorgt dat mensen minder vaak ziek zijn en er minder vaak ongelukken gebeuren. Mensen die op hun werk dingen moeten doen die ze eigenlijk niet kunnen, moeten op hun tenen lopen. Dat houdt niet iedereen vol en kan op den duur zorgen voor langdurige afwezigheid door ziekte.
Door de lessen voelen mensen zich beter over zichzelf en dat heeft weer invloed op hun thuissituatie. Kijk maar naar jezelf, als jij met plezier gaat werken, voel je je thuis ook beter.
Bedrijven moeten zich er bewust van zijn dat de kosten altijd voor de baten uitgaan. Opleiden kost altijd geld, dus dan kun je beter zorgen dat die opleidingen slagen. En je moet het probleem willen zien, er is nog veel onwetendheid.”
Harm vult aan: “Ook voor de naam van het bedrijf is het positief. Vergelijk het met PSV: dat is een club die voor andere spelers bekend staat als een club waar je je kunt ontwikkelen om daarna eventueel naar een grotere club te gaan. Spelers komen er graag naartoe. Dat is voor onze werknemers ook zo.”
Albanese koffie
Behalve aandacht voor de lessen tijdens vergaderingen, zorgt IBN op een speelse manier voor aandacht voor laaggeletterdheid en de taallessen. “Om personeel bewust te maken hoe het is als je niet goed kunt lezen, hebben we tijdens de Week van de Alfabetisering in 2015 de bordjes op de koffiemachine in het Albanees opgehangen. Toen was het ineens een stuk lastiger om een ‘koffie verkeerd’ te kiezen. De collega die op maandagochtend echt koffie nodig had was niet blij, maar het doel was geslaagd.”
Receptenboek en kerstpakket
“We hebben de afgelopen jaren samen met de deelnemers mooie producten gemaakt. Vorig jaar was dat een receptenboek. Het jaar daarvoor hebben we een boek gemaakt met het begin van een verhaal, geschreven door Hanneke van der Werff, en bij elk verhaal vijf eindes die door de deelnemers waren verzonnen. In een kerstpakket hebben we eens een hertaald boek opgenomen. En tijdens de Week van de Alfabetisering organiseren we altijd een feestavond. Voor onze cursisten is dat een leuke avond uit die hen trots maakt, omdat zij een boek ontvangen waar zij zelf aan mee hebben gewerkt.”
Positiviteit
Voor Harm was het lesgeven aan laaggeletterden niet vanzelfsprekend: “Ik heb de pabo gedaan maar al tijdens een stage ontdekte ik dat ik lesgeven aan volwassenen erg leuk vind. Ik heb een zwak voor mensen die het moeilijk hebben. Het is een doelgroep die alles wil aangrijpen. Ze zijn heel gemotiveerd en blij met de nieuwe kans die hun worden aangeboden. Ik ervaar alleen maar positiviteit tijdens de lessen.”
Het succes van IBN is ook L&S niet ontgaan. Rayoncoördinator Jeroen Weyers: “IBN brengt al jaren in de praktijk wat wij beogen en doet dat vanuit het belang van hun medewerker. Ik gebruik IBN regelmatig als ‘good practice’. We werken nu ook samen om verder van elkaar te leren zoals bij de ontwikkeling van ons lesmateriaal.
Meer weten?
Bent u werkgever en wilt u ook aan de slag met taal binnen uw bedrijf? Neem dan contact op met Marlon Poppelaars, marlon@lezenenschrijven.nl, zij brengt u in contact met een regionaal projectleider.